Opgelet op de rode lebmaagworm!


Hoewel het tot nu redelijk rustig was met de wormbesmettingen omdat veel mensen hun weideschema in het voorjaar goed konden volgen krijgen we nu de eerste zeer hoge besmettingen binnen. Dat komt vooral door de zeer gunstige groeiomstandigheden voor de eieren van de rode lebmaagworm (Haemonchus) op het land.
Ontwikkeling van de besmetting op het land
De rode lebmaag worm is van oorsprong een tropische worm en doet het dus zeer goed bij tropische omstandigheden van >25°C en vocht. Waar de eieren in het voorjaar bij lagere temperaturen er drie weken over doen om van ei tot larve te komen kunnen ze dat op dit moment in 12 dagen. Dat wil dus zeggen dat dieren zichzelf binnen 13 dagen op hetzelfde perceel opnieuw kunnen besmetten. Lijken de lammeren gezond op het moment van omweiden maar hebben ze een relatief hoge eitelling op dat moment dan kan het dus zomaar zijn dat ze binnen 14 dagen zeer ernstige klachten ontwikkelen. Het is dus van groot belang om het weideschema in de gaten te houden en de besmetting bij de dieren te monitoren. Omdat de schapen en lammeren bij een hoge infectie zeer grote hoeveelheden bloed kunnen verliezen kan een besmetting soms in zeer korte tijd tot dode dieren leiden.
Wat nu – behandeling als de besmetting al hoog is
Als er bleke lammeren of ooien zijn, dieren met vocht tussen de kaken of zelfs al dode dieren is het zaak om te behandelen met een middel dat werkt. Mocht je nog niet weten of je al resistentie hebt op je bedrijf dan is het heel erg belangrijk dat je in deze situatie 10 dagen na behandeling checkt of de behandeling voldoende gewerkt heeft door mestonderzoek te doen. Alleen op zicht vast stellen of het werkt is echt onvoldoende. Ter illustratie: als de behandeling de eiuitscheiding naar 500 eieren per gram (EPG) mest heeft teruggebracht, dan zullen de dieren in eerste instantie echt wel verbeteren. De hoeveelheid wormeieren is dan echter nog dusdanig dat de lammeren bloed blijven verliezen en dus niet 100% op kracht gaan komen. Daarnaast is de weide besmetting na deze behandeling ook direct weer hoog en zullen ze heel snel weer een nieuwe besmetting van de weide opnemen.
Welk middel nog wel of niet werkt is heel bedrijfsspecifiek, er bestaat geen wondermiddel en wat werkt bij een kennis hoeft zeker niet bij jou hetzelfde effect te hebben. Elk wormmiddel is in theorie werkzaam maar of dat nog steeds zo is kan je alleen vaststellen met behulp van mestonderzoek. En helaas wordt het steeds vaker duidelijk dat er op bijna alle bedrijven resistentie is tegen 2 of 3 middelen.
Wat nu – monitoring als er nog geen klachten zijn
Als de dieren het nog helemaal goed doen is het van belang met regelmaat, liefst 2-3x per week, de slijmvliezen van een aantal dieren te checken. Daarnaast is het verstandig om regelmatig mestonderzoek te doen. Aangezien haemonchose snel kan gaan wil een eenmalig lage telling niet zeggen dat de kust veilig is. Hoe vaker je (zelf) mestonderzoek kan doen hoe beter. Daarnaast is de weidegeschiedenis ook van belang. Heb jij ze wel elke 2 weken kunnen omweiden en kan je de percelen nog steeds 12 weken leeg laten? Dan zit je goed. Lukt dat niet dan is het echt zaak om de dieren te blijven monitoren door ze dagelijks in de benen te zien en regelmatig de slijmvliezen te bekijken.
Wat te doen bij een heftige besmetting
Naast het ontwormen is het bij een heftige besmetting van belang dat de dieren de kans krijgen om het bloed dat ze verloren hebben weer aan te maken. Daar gaat tijd over heen en is veel energie voor nodig. Het kan dus zijn dat het even duurt na de behandeling voordat je ziet dat de dieren ook echt weer gewicht gaan aanzetten. Manieren om dat proces van bloed aanmaak te vergemakkelijken zijn het bij spuiten van ijzer en het supplementeren van cobalt. Daarnaast is goede voeding van zeer groot belang dus het kan gunstig zijn om de dieren tijdelijk ook op de weide bij te voeren. Ook tijdelijk opstallen en voeren met kuil en krachtvoer kan een oplossing zijn.
Vragen? Neem gerust contact met ons op!